Af en toe lunch ik met een vriendelijke en beschaafde Thaise vriendin, net zo vreselijk oud als ik. We praten dan over de politiek, het boeddhisme of het weer. Zo kwam het gesprek als vanzelf op reïncarnatie. Zij is een aanhangster van de Dhammakaya beweging, die nu bijna voortdurend in het nieuws is. Ze mediteert dagelijks enige uren in de hoop haar karma zodanig te verbeteren dat ze als man herboren kan worden, een wens van bijna alle vrouwen. Ik vertelde dat ik als vrouw herboren wil worden. Ze lachte en zei: ‘Dat is makkelijk. Een mannelijke schuinsmarcheerder – châo chóe noemde ze het – zal zijn karma vernietigen en wordt voor straf als vrouw herboren.’